De eerste dagen

Als je dan eindelijk de pup mag
ophalen, krijg je meestal speciaal.voer wat de pup al gewend is. Dit zorgt er
voor dan de pup niet snel wisselt van voer. Want als je de pup snel ander voer
geeft kan hij of zij diarree krijgen en dat is niet heel fijn. Ook krijg je een
lijstje met daarop wat en hoeveel eten de pup nodig heeft. Het is ook
verstandig om bijvoorbeeld een lapje te vragen, waar de geur van de moeder en
het nest aan zit. Daar hebben ze veel aan als ze in het nieuwe huis zijn. Dat lapje
ruikt vertrouwt en zal de pup dan ook helpen om te wennen aan het huis en de
omgeving. Wat je ook mee hoort te krijgen, is het entingsboekje, daar staat in
wanneer de pup is ingeënt en wanneer dit nog een keer moet. Ook moet je meestal
een contract tekenen waarin de rechte en plichten van de koper en verkoper in
staan. Ook belangrijk is dat je weet of de pup is gechipt. Bij een rashond krijg je meestal een stamboom mee. Eindelijk kan je de pup meenemen naar je huis. Je moet
wel weten dat een pup wagenziek kan worden. Dus als de rit langer dan een half
uur duurt moet hij of zij in het midden van de rit zijn of haar behoefte doen. Als
jullie dan thuis zijn moet de pup zo veel mogelijk met rust worden gelaten, om
zo te wennen aan zijn of haar omgeving. Laat wel even weten waar zijn of haar
plekje is zodat iedereen rustig kan gaan slapen. Natuurlijk gaat dat niet in
een keer dus zal het de eerste nacht best lastig zijn. Want de pup is voor de
eerste keer alleen. Hij zal dan ook contact willen zoeken en gaat blaffen,
piepen en janken. Sommige vinden dat zielig en gaan naar de pup toe. Maar dat
moet je juist niet doen. Dat is namelijk een teken van belonen. En als een hond
ergens mee wordt beloond gaat hij het steeds vaker doen. Dus de eerste nacht en
misschien de tweede en derde of vierde moet je hem gewoon laten.